Oog in oog met je belemmerende patronen

Het woord patroon heeft volgens de encyclopedie verschillende betekenissen;

Het kan ‘baas’ betekenen of ‘beschermheilige’. Of meer materialistisch, een onderdeel van een vulpen of een huls voor buskruitlading. Maar een patroon is ook een mal voor het maken van een kledingstuk of zelfs de kleursamenstelling van stoffen.

Maar hier hebben we het uiteraard over andersoortige patronen ofwel ‘regelmatige structuren’.

Hoewel de uitleg van de encyclopedie toch wel overeen komen met de patronen die soms in ons gedrag zitten. Patronen kunnen de ‘baas’ spelen over je gedachten en je innerlijke wil. Maar patronen kunnen je ook beschermen tegen te heftige innerlijke pijn. En een patroon kun je zien als een omhulsel om je dieper liggende emoties en overtuigingen af te schermen.

Patronen in je gedrag

Patronen zijn er echt overal! In jezelf, je familie, je werk, de natuur en in de hele wereld. Ook als je kijkt in de natuur zie je dat er overal zichtbare patronen zijn bij planten en bij dieren (zebra’s etc.). Deze laatste dieren gebruiken zelfs hun patronen op hun lijf als er gevaar dreigt. Door dicht bij elkaar te staan vormen ze voor de vijand één groot wezen, wat de vijand moet afschrikken.

In de coaching gaan we regelmatig op zoek naar patronen in het gedrag van de ander. En dan spreken we over terugkerende gevoelens, gedachten en gedragingen die we hebben. Want juist het doorbreken van deze patronen maakt de weg vrij naar verandering van gedrag en/of gedachten. Er zijn ook veel coachmethodieken die daarop gericht zijn. Denk bijvoorbeeld aan de ‘Logical Levels of thinking’ van Dilts en Bateson, waarbij je op zoek gaat naar overtuigingen.  Of de ‘Levenslijn’ oefening waarbij je de cliënt pions laat plaatsen tussen 0 jaar (de geboorte) en nu. Pions die een positieve of negatieve indrukwekkende gebeurtenis aanduidt.

Hoe ontstaan belemmerende overtuigingen die patronen worden?

In de eerste zeven jaar van ons leven wordt de basis gelegd voor onze overtuigingen. Vooral onze ouders of verzorgers, broers of zussen en leraren zorgen voor die basis. Het leggen van die basis gebeurt op onbewust niveau. We zijn dan immers nog kinderen en leren van anderen wat goed of fout is.  Vanaf het zevende tot ongeveer het twaalfde levensjaar ontwikkelen we onze overtuigingen verder, en nu komen er ook meer invloeden van vriendjes en vriendinnetjes om de hoek kijken waar we ook veel tijd mee doorbrengen. We ontwikkelen dan verschillende overtuigingen, die we in verschillende situaties gebruiken. Als we als kind op straat spelen, gelden tussen vriendjes en vriendinnetjes andere regels dan thuis. We gedragen ons dan ook anders en zijn meer geneigd ons te schikken naar groepsdruk. Verschillende overtuigingen beginnen dan te botsen. Bijvoorbeeld je ouders die zeiden dat je niet slootje mag springen, en je vriendjes die je uitdaagden om dat wel te doen.

Als kind heb ik niet geleerd om boos te worden. Ik reageerde bij gevoelens van boosheid meestal rustig en trok mij terug. Ik werd met mijn verdriet, boosheid of eenzaamheid niet gezien door mijn ouders. De andere kant was dat ik het zelf ook niet kon laten zien omdat ik niet wist wat ik moest laten zien. Zo loste ik veel alleen op. Het liefste was ik alleen op mijn kamer. Ik ging lezen of huiswerk maken. Ik speelde veel alleen of soms met buurkinderen uit de wijk. Meestal met jongens, stoer zijn, hutten bouwen of cowboy spelen. Mijn ouders snapte niet waarom ik deed zoals ik deed. En ik zelf al helemaal niet. En zo voelde ik mij dikwijls niet begrepen en afgewezen.

Zo ontstond bij mij een patroon van “wees maar sterk”, want dan ben je oké. Of doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. En wat ik daarbij leerde was goed te kijken naar wat anderen nodig hadden. Om vervolgens de ander te dienen. Want dan kom je in beeld (denk je). Vanuit de therapievorm Past Reality integration die ik veel gebruik in mijn coaching, heet dit fenomeen ‘Valse hoop’.

Je huidige gedachten worden nog steeds beïnvloed door de boodschappen uit je kindertijd, door jouw persoonlijkheid en ook nog eens door de cultuur waarin je leeft en door je sociale omgeving. We kijken allemaal door een bepaalde bril naar deze wereld. Dat heeft alles te maken met hoe jij in elkaar zit. En tegelijk heeft het alles te maken met wat jij aangeleerd hebt gekregen. En de ervaringen die je hebt opgedaan. Die bril heeft een bepaalde kleur en is ook nog eens niet echt schoon meer. Dus jouw gedachten-wereld is gekleurd, is ook doorweven met (voor)oordelen naar de ander en jezelf, en zelfs pertinente onwaarheden. Het zijn namelijk de waarheden hoe wij tegen de wereld aankijken.

De lagen van je brein

Ik coach mensen met behulp van paarden. En paarden hebben een onbewuste inwerking op je limbische systeem. Het limbische systeem (ook wel zoogdierenbrein genoemd) maakt onderdeel uit van de neocortex en de hersenstam.

Ingesleten patronen dringen door in alle lagen van je brein. Met je neocortex, het denkende brein, beredeneer je de dingen die je doet en vindt.

Het limbisch systeem bestaat uit een aantal hersendelen, en is betrokken bij emotie en motivatie. De hippocampus, amygdala en delen van de thalamus. Op dit deel van de hersenen wordt een groot appèl gedaan wanneer je werkt met paarden.

Het onderste deel is je hersenstam, het instinctieve brein. Daarmee reageer je instinctief op bijvoorbeeld gevaar door te vluchten, bevriezen of te vechten. Maar ook in tijden waarin je angstig bent of de druk hoog is zal je snel reageren vanuit je instinctieve brein. En schiet je automatisch in je oude gedachtenpatronen, de oude karrensporen.

Ons brein is doorgaans gericht op negatieve gedachten. Dit heeft te maken met onze oertijd. Voor onze voorouders was dat van levensbelang: als je gevaar over het hoofd ziet, kan het je leven kosten. Terwijl het missen van een kans meestal wel overkomelijk is.

Daarom scant ons brein voortdurend de omgeving af op mogelijke tegenslag, en merkt het de positieve zaken als een lekker briesje of een compliment vaak niet eens op.

Doorbreken van de patronen

Hoe kom je daar nou uit? Hoe leer je steeds meer te leven in waarheid?

Wanneer je in je communicatie naar anderen merkt dat het niet soepel gaat, dat anderen je niet begrijpen en dat jij je maar steeds ‘aangevallen’ of geraakt voelt, dan wordt het tijd om je overlevingsmechanismen onder de loep te nemen. Je denken is niet meer compleet en niet meer vrij. Denken, voelen en doen gaan samen, hand in hand. Maar dat denken is bevlekt en met dat voelen kies je het liefst voor dát wat op dit moment goed voelt.

Spiegels in jouw leven

Paarden zijn spiegels voor jouw onbewuste gevoel. Zij merken wanneer je denken onzuiver is geworden door de belemmerende overtuigingen die er nog zijn. Dus rationeel denk je dat het allemaal moet kunnen en doen, maar je gevoel is onzeker en twijfelachtig. En dat gevoel overrule je. En als je dat maar lang genoeg doet, wordt het normaal voor je. Terwijl dat dus eigenlijk niet zo is. Vaak hoor je dan de uitdrukking “zo ben ik nu eenmaal”. Paarden maken je bewust van die situatie. En als coach kan ik daar woorden aangeven waardoor jij rationeel gaat beseffen wat er daadwerkelijk gebeurt. Zo komt gevoel en ratio bij elkaar. En dan kun je werken aan het wat we noemen “omvormen” van je gedrag. Leren hoe je moet reageren wanneer je je geraakt voelt en eigenlijk in de verdediging wilt gaan, dit beseft en dan een andere reactie gaat geven. Een reactie die past bij de huidige situatie en niet wat jouw brein weghaalt uit het verleden ofwel de integratie van het verleden in het heden.

Een uitdrukking die we nog wel eens gebruiken is “kom eens uit je karrespoor”. Dat is een mooie want onze patronen zijn het karrespoor: we zitten er snel op en gaan dan ook in sneltreinvaart door op dat spoor. Stap daar eens af en neem het pad ernaast. Wandel eens rustig en krijg een nieuw perspectief op je leven.

Wil je er meer over weten en wil je weten hoe dit bij jou werkt, dan kun je altijd terecht bij de coaching van Ita Est.